Pieter Florentius Nicolaas Jacobus (‘Floris’) Arntzenius
Soerabaja (Ned. Indië) 1864 – 1925 Den Haag
Floris Arntzenius is van de generatie kunstenaars ná de Haagse School. Illustere voorgangers als Jozef Israëls, Willem Roelofs, Jan Hendrik Weissenbruch, Hendrik Willem Mesdag en Jacob en Willem Maris hebben hun onderwerpen vooral buiten de stad gezocht, resulterend in polderlandschappen, boereninterieurs en strandgezichten met bomschuiten. Als reactie op de oprukkende industrialisatie en steeds drukker wordende steden richten zij zich op de rust van het platteland. De jongere schilders ná hen gaan juist de andere kant op. Samen met beroemde generatiegenoten als George Hendrik Breitner en Isaac Israels omarmt Arntzenius het moderne leven van zijn tijd en zoekt hij juist de drukte van de stad op.
Vaak is het op de schilderijen en aquarellen van Floris Arntzenius druilerig of mistig weer. Hoewel de schilder meestal in sobere tinten werkt, gebruikt hij bepaalde kleuraccenten in kobaltblauw, rood, groen, geel of wit om extra levendigheid in de voorstelling te brengen. Een voor dit doel regelmatig terugkerend element in zijn werk is de slagersjongen met witte kiel, die in de compositie vaak een opvallende positie inneemt.
Hoewel het zijn bekendste thema is, heeft Floris Arntzenius zich niet alleen tot het stadsgezicht beperkt. Zo heeft hij onder andere fraaie stillevens gemaakt, die opvallen door een grote subtiliteit en prachtige lichtval.