Margaretha Cornelia Johanna Wilhelmina Henriëtta (‘Margaretha’) Roosenboom

Den Haag 1843 – 1896 Voorburg

Margaretha Roosenboom behoort tot de belangrijkste schilders van bloem- en fruitstillevens uit de Nederlandse 19e eeuw. Zij werd geboren in een artistieke Haagse familie, als dochter van landschapsschilder Nicolaas Roosenboom en kleindochter van de beroemde Andreas Schelfhout. Al op jonge leeftijd toonde zij aan over een uitzonderlijk talent te beschikken. Toen ze 16 jaar oud was nam ze al deel aan een expositie bij het bekende Haagse kunstenaarsgenootschap Pulchri Studio. Daarna volgen tentoonstellingen van Levende Meesters, Arti et Amicitiae en tal van buitenlandse exposities. Was het om deze reden dat Margaretha haar werk met ‘Marguerite’ begon te signeren? Of kwam dit voort uit haar Brusselse jaren? Wie weet. Feit is in ieder geval dat zij zich geheel op haar carrière richtte. En met succes. Ze bleef bij haar ouders inwonen tot 1867. (Met hen was ze ergens vóór 1859 van Den Haag naar Brussel verhuisd). In 1867 keerde zij terug naar Den Haag om bij haar grootvader Schelfhout te gaan wonen. Van hem leerde ze onder andere het aquarelleren.

In 1887 ging ze naar Hilversum, waar ze bij haar nicht Maria van Wielik en haar man introk. Met hen verhuisde ze drie jaar later naar Voorburg. In 1892 overleed Maria, en nog datzelfde jaar trouwde de inmiddels 49-jarige Margaretha Roosenboom met Maria’s weduwnaar, de landschapsschilder Johannes Gijsbertus Vogel. Hoewel hij een oud-leerling was van Schelfhout, kon hij het talent noch het succes van Margaretha niet evenaren. Het werk van Margaretha Roosenboom werd veel bekroond. Zo kreeg zij een gouden medaille op de Wereldtentoonstellingen van Wenen (1873) en Chicago (1893) en op een tentoonstelling in Atlanta (1895). 

De stillevens van Margaretha Roosenboom waren in haar tijd vernieuwend. Ze brak met de zeventiende-eeuwse traditie van het pronkstilleven met zijn nauwkeurig gerangschikte bloemen van verschillende soorten. In plaats daarvan koos zij één soort bloemen als hoofdmotief en gaf deze in een losse penseelstreek op een natuurlijke manier weer. Ook besteedde ze veel aandacht aan kleur. Roosenboom had in de oudere Gerardine van de Sande Bakhuyzen (1826 – 1895) een belangrijk voorbeeld. Deze drapeerde haar bloemstukken en fruit al losjes op een bosgrond of stenen plint in plaats van strak in een vaas. Roosenboom liet zich ook door deze manier van rangschikken inspireren. Ze creëerde harmonieuze voorstellingen die rust en eenvoud uitstraalden. Ze had een voorkeur voor rozen en als variatie voegde ze zo nu en dan fruit toe, of bloemen in een contrasterende kleur.

In Roosenbooms werk komt, in tegenstelling tot dat van Van de Sande Bakhuyzen, al een grotere invloed van het impressionisme naar voren. Door de lossere techniek werden de kleurovergangen zachter en minder afgebakend. Dit werd nog eens verstrekt in haar aquarellen. Aquarelleren is misschien nog wel moeilijker dan schilderen in olieverf. De toetsen moeten in één keer raak zijn en kunnen, in tegenstelling tot olieverf, niet worden gecorrigeerd. Bovendien is aquarelverf transparant en wordt deze op papier aangebracht. Roosenboom was buitengewoon bedreven in deze techniek.

 

Werken in musea
Rijksmuseum (Amsterdam), Rijksprentenkabinet (Amsterdam), Museum Arnhem (Arnhem), Gemeentemuseum (Den Haag), Stichting Historische Verzamelingen van het Huis Oranje-Nassau (Den Haag), Mesdag Collectie (Den Haag), Museum Jan Cunen (Oss), Museum Boijmans van Beuningen (Rotterdam), Centraal Museum (Utrecht).

Schilderijen en aquarellen van Margaretha Roosenboom in de collectie van Kunsthandel Bies:

Margaretha Roosenboom | Hangend boeket met rozen | Kunsthandel Bies

Hangend boeket met rozen