Johan Hendrik van Mastenbroek
1875 – Rotterdam – 1945
Op een gegeven ogenblik in zijn carrière begon van Mastenbroek meer interesse te tonen in het veranderende Nederlandse landschap, waar de industrialisatie in snel tempo zichtbaar werd. Moderne motorbootjes, stoomschepen, stalen bruggen en soms hijskranen en dokwerkers duiken op in het oeuvre van de schilder. Het begin van de 20ste eeuw was een spannende tijd, waarin Rotterdam bezig was zich te ontwikkelen tot wereldhaven. Na de grote watersnoodramp in 1916, die van Mastenbroek nauwlettend volgde en vastlegde in tekeningen, werd in 1920 uiteindelijk begonnen met een van de spectaculairste projecten van de eeuw, de Zuiderzeewerken: De afsluiting van de Zuiderzee, vorming van het IJsselmeer en de drooglegging en inpoldering van Flevoland.
Samen met een aantal andere kunstenaars, kreeg Van Mastenbroek in 1931 van het ministerie van Waterstaat de opdracht om de Zuiderzeewerken vast te leggen. Hij documenteerde wellicht de grootste mijlpaal in het hele project: de voltooiing van de Afsluitdijk. De kunstenaar was zo gebiologeerd door het thema, dat hij na zijn drietal commissiewerken, op eigen gelegenheid verder ging met de documentatie van de Zuiderzeewerken. Zowel tijdens zijn leven als jaren na zijn dood, werden er talloze tentoonstellingen aan de ‘Zuiderzeewerken’ van Mastenbroek gewijd.