George Hendrik Breitner
Rotterdam 1857 – 1923 Amsterdam
Breitner werd geboren in Rotterdam. In 1876 ging hij aan de Haagse Akademie studeren. Hij werkte later in het atelier van Willem Maris en hij werd in deze periode voornamelijk beïnvloed door de schilders van de Haagse School. In 1882 ontmoette Breitner Vincent van Gogh, in wie hij een zielsverwant herkende, en met wie hij naar Drenthe reisde om buiten te gaan tekenen. Evenals Van Gogh was Breitner aan het begin van zijn loopbaan zoekende. Breitner was ontevreden over zijn eigen tekenkwaliteiten, die voortdurend werden bekritiseerd. Zijn tekeningen werden als ‘onaf’ bestempeld. In feite was Breitner zijn tijd ver vooruit.
Iemand die Breitner’s artistieke talent wel vroeg opmerkte was de gevierde zeeschilder Hendrik Willem Mesdag. Deze had in april 1880 de opdracht gekregen een groot Panorama van Scheveningen te maken. Mesdag koos daarbij zijn vrouw Sientje Mesdag-van Houten, Bernardus Blommers, Theophile de Bock en Breitner uit om hem hierin bij te staan. Mesdag moet daarom al vroeg contact met de jonge kunstenaar hebben gehad. Studies hebben uitgewezen dat Breitner een van de belangrijkste medewerkers van het omvangrijke project is geweest. Het was niet Sientje Mesdag-van Houten maar Breitner die het dorp Scheveningen moet hebben geschilderd, evenals een gedeelte van de zee, delen van het landschap, het paviljoen Van Wied en andere architectonische objecten. Na voltooiing van het panorama kocht Mesdag zelf nog enkele werken van Breitner aan.
Een opvallend element in Breitners latere schilderkunst is het gebruik van de fotografie. Fotograferen en het bezitten van een fotocamera was in zijn tijd nog behoorlijk bijzonder. Met camera en penseel legde Breitner het leven van Amsterdam vast. Regelmatig gebruikte hij foto’s als voorbereiding op een schilderij of aquarel. De fotografie had invloed op zijn werk als schilder. Ze stelde hem in staat om de nuchtere, kale werkelijkheid te registreren en in zijn schilderijen is dit terug te zien. Ook de dynamiek van de straat, vastgelegd door middel van de fotografie, komt op een speciale manier in zijn schilderkunst terug. Voorstellingen met snel door het beeld bewegende en daardoor vervagende figuren, of composities met figuren die groot op de voorgrond opdoemen, doen denken aan een vluchtig ‘fotomoment’.
Niet alleen de dynamiek van de straat, maar ook die van de stad had Breitners volle belangstelling. Hij volgde het snel veranderende Amsterdam aan het einde van de 19e en het begin van de 20e eeuw op de voet. Oude gebouwen maakten plaats voor nieuwe. Breitner was gefascineerd door de Amsterdamse stadsontwikkeling en legde die vast in een aantal schilderijen, aquarellen en foto’s van bouwputten en afbraakterreinen.