Bartholomeus Johannes (‘Bart’) van Hove

1790 – Den Haag – 1880

Den Haag, de stad die gold als belangrijkste centrum voor de romantische kunst, bracht maarliefst twee nestors voort die ook nog familie waren: de stadsgezichtenschilder Bartholomeus Johannes (‘Bart’) van Hove en zijn neef Andreas Schelfhout (1787-1870), schilder van landschappen en ijsgezichten. Hoewel Schelfhout binnen de traditie van de Nederlandse schilderkunst een vrij dominante plaats inneemt, mag het het belang van Bart van Hove ook zeker niet worden onderschat. Dat hij aan het begin van de negentiende eeuw al werd beschouwd als de meest invloedrijke stadsgezichtenschilder van het land, blijkt onder meer uit De Kunstkronijk, het tijdschrift dat Van Hove, samen met Schelfhout en veeschilder Hendricus van de Sande Bakhuyzen in 1847 uitriep tot ‘diegenen die de kunst aan het einde van de vorige en ’t begin der tegenwoordige eeuw, ophieven uit hare keperende toestand en haar een vrije onafhankelijke richting gaven’. Van Hove was tevens een van de oprichters van het Haags genootschap Pulchri Studio. Evenals zijn beroemde neef bracht hij een hele schare aan leerlingen voort, onder wie Johannes Bosboom, Charles Leickert en Jan Hendrik Weissenbruch.

Van Hove was afkomstig uit de stal van Joannes Breckenheijmer, die als toneeldecorateur verbonden was aan de Haagse Schouwburg. Een van de belangrijkste vaardigheden die Van Hove tijdens zijn leertijd opdeed was verfbehandeling en het schilderen van correct perspectief, iets waar hij bij zijn eigen leerlingen ook op hamerde. Van zijn vader, die vergulder van beroep was, heeft hij overigens de beginselen van de tekenkunst geleerd. Vanaf 1812 stond hij tevens ingeschreven bij de Haagse Academie voor Beeldende Kunsten. Zijn tijd bij Breckenheijmer bleek echter bepalend voor de rest van zijn carrière. Uiteindelijk nam Van Hove in 1829 in de Haagse schouwburg het stokje van zijn leermeester over en genoot hij zelf een grote reputatie als toneeldecorateur.

Hoewel de schilder een aanzienlijk aantal stadsgezichten van zijn geboorteplaats heeft geschilderd, zijn de meeste plaatsen die hij afbeeldde onbekend. Kenmerkend voor Van Hove is de nauwkeurigheid waarmee hij te werk ging, met veel oog voor detail. Vooral architectuur en toepassing van het juiste perfectief speelden hierin een belangrijke rol. Van Hove maakte veel capriccio’s, zogenaamde architecturale fantasieën, waarbij hij zijn steden zelf samenstelde. Dit zelfstandig samenstellen was destijds onder schilders zeer gebruikelijk. Vooral oude poorten, ruïnes, kerken en koopmanshuizen met indrukwekkende gevelpartijen waren geliefde onderwerpen. Ook zijn zijn stadsgezichten vaak druk bevolkt en vol bedrijvigheid. Zo nu en dan stoffeerde Van Hove zijn werken met figuurtjes uit andere tijdsperiodes, bijvoorbeeld gekleed in achttiende of zeventiende-eeuws kostuum.

Bartholomeus Johannes ‘Bart’ van Hove was vader van schilders Hubertus ‘Huib’ van Hove Bz en Johannes van Hove. Zijn kleinzoon Bart van Hove (1850-1914) werd een bekend beeldhouwer.

 

 

Schilderijen en aquarellen van Bart van Hove in de collectie van Kunsthandel Bies:

Bartholomeus Johannes van Hove | Gezicht op een Hollandse stad | Kunsthandel Bies

Gezicht op een Hollandse stad