Adriana van Ravenswaay
1816 – Hilversum – 1872
Uit het feit dat Adriana van Ravenswaay veelvuldig deelnam aan de Tentoonstellingen van Levende Meesters die in verschillende plaatsen werden georganiseerd, blijkt dat zij een serieuze carrière als kunstenares moet hebben gehad. Andere bekende voorbeelden uit de Nederlandse kunstgeschiedenis zijn Gerardine van de Sande Bakhuyzen (1826-1895), Adriana Haanen (1814–1895) en Margaretha Roosenboom (1843–1896), niet toevallig allemaal dochters en/of zussen van reeds gevestigde schilders. Rond 1850 nam de belangstelling voor werk van vrouwelijke kunstenaars toe. Er werd meer over hen geschreven, ze exposeerden vaker en werden langzaamaan ook op de kunstacademies toegelaten.
Adriana, de zus van de landschapsschilder Johannes van Ravenswaay, heeft vermoedelijk les gekregen van haar eveneens schilderende oom Jan van Ravenswaay. De ongehuwd gebleven kunstenares woonde en werkte in Hilversum en exposeerde tussen 1848 en 1871 in Utrecht, Groningen, Leeuwarden, Amsterdam en Den Haag. Het oeuvre van Adriana, die zich toelegde op fijn geschilderde stillevens van bloemen en vruchten, wordt nog altijd over de hele wereld verkocht; niet alleen in Nederland, maar ook in Engeland, Duitsland, Oostenrijk, Frankrijk en de Verenigde Staten.